Skip to main content

Predik het Woord, doe het werk van een evangelist

Artikelen van Ds. Oscar Lohuis van Goed Nieuws Bediening

Artikelen

Artikelen van Ds. Oscar Lohuis

De gemeente in de eindtijd


Zijn we mensgericht of Godgericht?

De geschiedenis van de kerk laat ons zien dat het vaak is gebeurd dat
theologen, kerkleiders en kerkgenootschappen in de loop van de tijd werelds
zijn geworden. Welke verleidingen komen er in onze tijd op ons af? Waarin zien
wij dat zelfs onze gemeenten aan het afdrijven zijn? Voor welke uitdagingen
staan wij, als wij trouw willen blijven aan het Woord van God en aan de
navolging van Jezus?

Met de eindtijd bedoelen wij de laatste tijdsperiode die voorafgaat aan de terugkomst
van Jezus. Bijna helemaal aan het eind van de Bijbel komen wij deze tekst tegen: ‘Wie
onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden.
En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat
hij nog meer geheiligd worden’ (Openbaring 22:11). Gelijk daarna staat er: ‘En zie, Ik
kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn’
(vers 12).

Uit deze twee verzen kunnen wij opmaken dat de strijd tussen goed en kwaad aan het
einde heviger zal worden. Het verschil tussen degenen die rein zijn en degenen die vuil
zijn zal groter worden. Wanneer Jezus terugkomt zal dat onderscheid nog duidelijker
worden. In veel van Zijn gelijkenissen komt naar voren dat er een scheiding zal
plaatsvinden. De schapen zullen van de bokken gescheiden worden, het graan en het
onkruid zal uit elkaar gehaald worden, de wijze maagden mogen naar binnen, de dwaze
maagden blijven buiten staan.

Voorafgaand aan de wederkomst zal de gemeente van Jezus Christus voor grote
beproevingen komen te staan. Levend in een wereld die vuiler wordt zal de verleiding
groot zijn om meegesleurd te worden door die wereld. Paulus zei het al tweeduizend jaar
geleden, dat onze strijd is tegen ‘wereldbeheersers van de duisternis’ (Efeze 6:12).

Niet meegaan in de wetteloosheid

De Heere Jezus heeft gezegd dat aan het einde de wetteloosheid zal toenemen en dat
daardoor de liefde van velen zal verkillen. Dat is een opmerkelijke uitspraak. Juist onder
het mom van ‘de liefde’ wordt vaak gepleit voor het loslaten van wetten. Mensen zeggen
dat het respectloos en oordelend is om van sommige dingen te zeggen dat die niet goed
zijn. Het onderscheid tussen het veroordelen van bepaalde gedragingen en het
veroordelen van de persoon kunnen velen niet maken. Maar Jezus zegt dat het juist
liefdevol naar de persoon is om van sommige dingen te zeggen dat die niet goed zijn, dat
God die verboden heeft. Door bij Gods wetten te blijven zal de liefde niet verkillen. Als de
wetteloosheid toeneemt, dan gaat de liefde eraan. Jezus plaatst de wet en de liefde voor
de medemens dus op één lijn, terwijl Gods wet door velen als liefdeloos wordt
bestempeld. Bijvoorbeeld in discussies over ethische kwesties hoor ik mensen soms
zeggen: “Hoe kunnen we bij de Bijbel blijven, maar ook rekening houden met de
persoon?” Daarmee wordt dan onbewust gesuggereerd dat God in Zijn Woord geen
rekening houdt met de persoon, alsof Zijn wetten ten nadele van mensen zijn. Hierin ligt
een uitdaging voor de gemeente in de eindtijd: durven wij te blijven staan voor Gods
leefregels, geopenbaard aan ons in de Bijbel? Hebben wij het lef om wat de Bijbel zonde
noemt zonde te noemen, ook als velen om ons heen zeggen dat wat de Bijbel zonde
noemt geaccepteerd kan worden?

Radicale Godgerichtheid

Paulus schreef aan Timotheüs: ‘En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen
aanbreken. Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf’ (2 Timotheüs 3:1-2a).

Hierin ligt zeker een uitdaging voor ons in deze tijd. Er heerst een heel sterke
mensgerichte, mens-gecentreerde tijdgeest. De moderne heersende filosofie predikt
geloof in jezelf, een positief zelfbeeld en zien hoe geweldig je zelf bent als de verlossende
boodschap. Alles is mogelijk als je maar gelooft… in jezelf.
Dit wereldse evangelie heeft in veel christelijke kringen zijn intrede gedaan, ook in ons
land. Het Evangelie is aangepast aan deze tijdgeest. De kern van het Evangelie wordt als
volgt weergegeven: ‘Je bent waardevol in Gods ogen’. Wat het zo verwarrend maakt is
dat die boodschap ook ergens hoort bij het ware Evangelie. God heeft de wereld lief. We
zijn inderdaad waardevol in Zijn ogen. Maar toch is dat niet de kern van het Evangelie.
Het gaat er niet om dat wij gaan inzien hoe waardevol wijzelf zijn, maar dat wij gaan
inzien hoe waardevol Hij is. Hij is de oorsprong, de reden en het doel van de hele
schepping. Alles is bedoeld om Zijn heerlijkheid te openbaren. Alles bestaat tot Zijn eer,
en niet tot eer van de mens. Juist omdat de mens zichzelf centraal is gaan stellen
verdient de mens straf. Zonde is ten diepste altijd God van Zijn eer beroven, en dat kan
God niet ongestraft laten. Het Evangelie is de boodschap die ons vertelt dat wij het
oordeel verdienen, maar ook dat God Zijn Zoon heeft gezonden, om ons van dat oordeel
te verlossen. Het centraal stellen van de mens en zijn grootheid is volgens de wereld
zaligmakend, maar volgens de Bijbel juist de oorzaak van alle ellende. Hierin zal de
gemeente in de eindtijd een standpunt moeten innemen en duidelijk moeten zijn. We
zullen er werk van moeten maken om die moderne, verkeerde mensgerichtheid buiten de
deuren te houden. Alleen als wij blijven bij het Evangelie van redding van zonde en
schuld (in plaats van redding van een laag zelfbeeld) zijn wij trouw aan Gods Woord. De
mens heeft niet vooral een probleem met zichzelf, maar met God. Daarvoor is Jezus naar
de wereld gekomen. Zijn verlossingswerk is tot lof en eer van God en Zijn genade. Wat
we nodig hebben is een radicale, op de Bijbel gebaseerde, gerichtheid op God.

Blijven bij onze eerste liefde

Ook de brieven van de Heere Jezus aan de zeven gemeenten in Klein-Azië, die we vinden
in Openbaring 2 en 3, kunnen ons helpen om staande te blijven in de eindtijd. Aan de
gemeente te Efeze zegt de Heere Jezus: ‘Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt
verlaten.’ Tegen de gemeente te Laodicea zegt de Heere dat zij lauw zijn geworden. Ook
wij worden verleid om onze eerste liefde te verlaten en lauw te worden in onze
toewijding aan Christus. Langzaamaan kan het zo zijn dat wij verslappen in ons
verlangen naar God en dat we de wereld meer zijn gaan liefhebben. Maar we kunnen niet
God dienen en de mammon.

Soms moeten we beslissen om terug te keren naar de Heere. Als het zo is, dat je lauw
bent geworden, op jezelf gericht bent geraakt en toe hebt gegeven aan wetteloosheid,
dan begint het met de erkenning daarvan. Zolang je het blijft bagatelliseren blijf je het
ontkennen. Als je zegt dat het prima gaat met je geestelijk leven, terwijl het vuur al lang
geleden is uitgedoofd, dan zal het niet anders worden. Maar als je bereid bent om de
werkelijkheid onder ogen te zien en te belijden dat je bent afgedwaald, dan baant dat de
weg naar herstel. ‘Wie zijn overtredingen bedekt zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze
belijdt en nalaat zal barmhartigheid verkrijgen’ (Spreuken 28:13).
In dit alles hebben we elkaar hard nodig. Een van de strategieën van de boze is om ons
van elkaar te verwijderen en ons een geïsoleerd leven te laten leiden. Juist in deze
coronatijd, waarin we als gemeenten al zo lang nauwelijks bij elkaar komen, is dit een
probleem. Het is belangrijk dat we elkaar – misschien op andere manieren – toch blijven
ontmoeten. Want alleen samen kunnen we deze verleidingen overwinnen.

Oscar Lohuis

Uit Het Zoeklicht van oktober 2020

 


Deel dit artikel: