In deze preek komen aan de orde: de zondigheid van alle mensen, dat de mens daarom toorn van God verdient, dat God Zijn Zoon heeft gegeven om in onze plaats de toorn te dragen en dat wij vergeven en veranderd kunnen worden.
Hierbij een korte samenvatting en enkele vragen voor de gespreksgroepen.
In de preek over dit gedeelte zijn vier hoofdgedachten aan bod gekomen:
1. De zondigheid van alle mensen. Allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God. Er is niemand die anderen vanuit de hoogte kan of mag veroordelen, omdat de ander een zondaar zou zijn en hij of zij zelf niet. 2. De zonde van de mens betekent dat de mens de toorn van God verdient (2:5, 6, 8, 9). God is rechtvaardig en heilig en Hij kan de zonde niet door de vingers zien. Hij is de Rechter van de gehele aarde en Hij kan als rechter niet de zonde ongestraft laten. 3. God heeft Zijn Zoon gegeven om in de plaats van schuldige en strafwaardige mensen het oordeel te dragen. Jezus stierf aan het kruis vanwege het feit dat Hij daar getroffen werd door het oordeel van God dat wij verdienen. Hij nam onze straf op zich. Die straf kwam van God. 4. Daarom kunnen wij nu vergeven en ook veranderd worden. De wet wordt in het hart geschreven door de Heilige Geest (2:15) wanneer iemand opnieuw geboren wordt. Dat gebeurt wanneer je je keert tot de Heere Jezus en in Hem gelooft. Daardoor worden wij in de praktijk mensen die het goede doen (2:7, 10) en daarom niet in het oordeel zullen komen, als Jezus straks terug komt om te oordelen.
Vragen voor de kringen: 1. Tegenwoordig wordt de zondigheid van de mens soms verzwegen in de kerken en gemeente, omdat men vindt dat dat niet goed is voor het zelfbeeld van de mens. Hoe ervaart u het om te horen dat alle mensen gezondigd hebben? Vindt u het wel of niet goed dat de zondigheid van de mens genoemd wordt? Hoe moeten we daar wel en niet mee omgaan? 2. Over het oordeel en de toorn van God wordt misschien nog wel meer gezwegen in onze tijd. Hoe kunnen we op een liefdevolle en wijze manier toch de waarheid ten aanzien van de toorn van God benoemen? 3. In de preek is gezegd: Het komende oordeel is de hoop voor deze wereld. Heel veel leed in deze wereld komt voort uit het kwaad dat mensen doen, en daar zal de Heere mee afrekenen. Spreek met elkaar door over wat volgens de Bijbel de hoop voor deze wereld is en wat dat met u doet voor uw leven hier en nu. 4. Het is zo makkelijk om anderen te veroordelen en jezelf te rechtvaardigen. Wat bedoelde Jezus met ‘oordeel niet’? Hoe kunnen wij alle mensen om ons heen liefhebben en toch ook scherp, kritisch en trouw aan Gods Woord blijven spreken over de zonde? Hoe kunnen wij in liefde wandelen en toch zonde zonde noemen? 5. Begrijpt u wat er bedoeld wordt met de ‘verzoening door voldoening’? Dat betekent dat aan de eis van de wet, aan de eis van Gods gerechtigheid moest worden voldaan voordat er verzoening tussen God en mens kon plaatsvinden. Praat met elkaar door over wat Jezus voor ons deed aan het kruis en hoe je dat begrijpelijk kunt uitleggen. 6. In Romeinen 2:7, 10 wordt gesproken over mensen die het goede doen. Hoe kunnen wij zulke mensen worden? Welke plek hebben goede werken in het leven van de christen? In hoeverre is je behoudenis daarvan afhankelijk? Zie ook 2:15.
|
|